Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want zij allen [12]zochten ons vreesachtig te maken, [13]zeggende: Hun handen zullen van het werk aflaten, dat het niet zal gedaan worden; nu dan, [14]sterk mijn handen! 12. Hebreeuws, maakten ons vreesachtig; te weten, zoveel in hen was, het was hun oogmerk in dit alles dat zij ons vrees zochten aan te jagen. Alzo onder, vs.14. Vergelijk Ps.56:2; Jer.2:3. 13. Te weten, bij zichzelven, dat is denkende. 14. Dit wordt van velen genomen als een gebed van Nehemia tot God, tegen de aanslagen zijner vijanden. Sommigen nemen het aldus: Maar nu, ik zal mijn handen sterken. Of, het is om mijn handen te sterken; dat is, ik zal niet dan te wakkerder en moediger daartegen zijn.